Varkenshaasje in porto-roomsaus met gebakken krieltjes

Eenvoudig

fris-zuur

4 personen

40 minuten

Bereidingswijze

Verwarm de oven voor op 200°C.
Was en droog de krieltjes en verdeel ze over een bakplaat. Schenk er de olijfolie over en verdeel gelijkmatig.
Rits de rozemarijn van het steeltje en hak fijn. Verdeel de rozemarijn over de aardappelen en zet in de oven voor 20-25 minuten tot de krieltjes gaar en goudbruin zijn.
Snij ondertussen de sjalotjes en de knoflook zo fijn mogelijk.
Zet een braadpan op laag vuur, doe hierin de bakboter en bak de sjalot en look voor zo’n 2 minuten glazig.
Haal het varkenshaasje uit de koelkast en laat tot kamertemperatuur komen. Kruid beide kanten royaal met peper en zout.
Doe het varkenshaasje in de pan en bak voor 5 minuten rondom bruin (vanbinnen moet het nog niet gaar zijn).
Blus de pan met de porto en doe ook de bouillon erbij, samen met de veenbessen. Laat het het varkenshaasje 15 minuten sudderen met een deksel op de pan (leg er een houten lepel onder zodat wat stoom kan ontsnappen).
Haal het varkenshaasje uit de pan en dek af met aluminiumfolie om 5 minuten te laten rusten.
Voeg de kookroom toe aan de braadpan en laat de saus 5 minuten inkoken op laag vuur. Proef de saus en kruid indien nodig met peper en zout.
Snij het varkenshaasje in reepjes en serveer met de porto-roomsaus en de gebakken krieltjes.

500 g

varkenshaasje

250 ml

Lacroix runderfond (Tip: vries de rest van de fond in)

150 ml

porto

teentjes look

sjalotjes

2 el

bakboter

50 g

gedroogde veenbessen

200 ml

kookroom

1 kg

krielaardappelen

2 el

olijfolie

verse takjes rozemarijn