Soepje van schorseneren met wilde champignons
Bereidingswijze
1. Week de schorseneren op voorhand in water, om het meeste zand al te verwijderen.
2. Schil de schorseneren met een dunschiller (doe best handschoentjes aan) en snijd ze in blokjes, zorg dat er geen zwarte oogjes meer zijn.
3. Bewaar in water met een beetje citroensap tegen het verkleuren.
4. Pel en versnipper de ui.
5. Reinig de champignons en scheur ze in kleinere stukjes.
- trompet de mort: snij een klein stukje van de steel
- girolles: schraaf de steel wat af en snij de basis van de steel af
- cantharellen: steeltje bijsnijden
- bruine Parijse champignon: verwijder steeltje en versnij in schijfjes
6. Laat een klontje boter smelten en fruit de ui aan.
7. Voeg de blokjes schorseneren toe en kruid met lookkruiden, peper en zout.
8. Voeg hierbij de wijn en de Lacroix gevogeltefond.
9. Laat 20 minuten garen onder gesloten deksel.
10. Smelt een klontje boter in een pan, laat goed heet worden en voeg de champignons toe.
11. Stoof kort aan, en kruid bij met peper en zout.
12. Mix de soep en zeef.
13. Verdeel de champignons over mooie borden en schenk de soep over de champignons.
